De huisvesting van statushouders neemt een andere wending in Nederlandse gemeenten. Het besluit om voorlopig geen asielverzoeken van Syriërs meer in behandeling te nemen, leidt tot aanpassingen in de doelstellingen. Minister Faber heeft aangekondigd dat Olst-Wijhe in de eerste helft van het jaar drie vluchtelingen met een verblijfsvergunning minder hoeft te huisvesten dan eerder gepland.
De daling in het aantal te huisvesten statushouders is het gevolg van het verminderen van het aantal asielverzoeken van Syriërs. Dit heeft twee directe gevolgen: Syriërs krijgen geen verblijfsvergunning meer en de beoordeling van overige asielverzoeken duurt langer. Hierdoor droogt de stroom statushouders richting gemeenten op, maar de achterstanden zijn nog niet weggewerkt.
De minister overweegt een eenmalige financiële ondersteuning aan gemeenten om de huisvesting te versnellen en werkt aan doorstroomlocaties voor statushouders. Als deze locaties operationeel zijn, zal ze de doelstellingen op gemeentelijk niveau opheffen, wat een verschuiving betekent in het beleid omtrent vluchtelingenhuisvesting.
De veranderingen in het huisvestingsbeleid van statushouders brengen aanpassingen met zich mee voor Nederlandse gemeenten. Met de nieuwe richtlijnen en maatregelen van de minister zullen de komende tijd verdere verschuivingen plaatsvinden in de wijze waarop vluchtelingen met een verblijfsvergunning worden opgevangen en gehuisvest.